Kalkoen is het feestgevogelte bij uitstek, maar toch maken we deze klassieker nog te vaak fout klaar. Mik jij dit jaar op de perfecte kerstkalkoen, zonder droog vlees of zwartgeblakerde plekjes? Volg onze bereidingstips!

 

  • Koop bij voorkeur een hoevekalkoen of een kalkoen met Bio-label. Deze beestjes mogen in de vrije natuur rondlopen en eten gevarieerd, waardoor hun vlees steviger en voller van smaak is.

 

  • Koop je kalkoen liever niet te groot. Hoe groter het gevogelte, hoe minder smaak.

 

  • De bereidingstijd van kalkoen hangt af van de grootte van het dier. Een kalkoen van 3 à 4 kg heeft ongeveer 3 uur nodig om te garen. Start altijd met een zeer warme oven (220 °C) en verminder de oventemperatuur na een halfuurtje tot 180 °C.

 

  • Bedruip de kalkoen regelmatig met braadvocht en bedek hem eventueel losjes met aluminiumfolie om uitdrogen te vermijden. Verwijder de folie zo’n 30 minuten voor het einde van het bakken zodat de kalkoen mooi bruin kan worden.

 

  • Gebruik een vleesthermometer om de bereidingstijd tot op de seconde te berekenen. Als de kerntemperatuur 70 °C aangeeft, is je kalkoen gaar. Met een breinaald lukt het ook! Prik voorzichtig met de naald in het midden van de kalkoen, tot in de vulling. Voelt de punt warm aan als je hem er weer uithaalt? Dan is je kalkoen gaar.

 

  • Laat de kalkoen na het braden minstens 15 minuten rusten.

 

  • Is je vlees toch te droog? Geen paniek, hier bestaat een trucje voor. Maak inkepingen in het vlees en bedruip de kalkoen met hete kippenbouillon. Dit maakt het vlees weer lekker sappig.

 

Minstens even belangrijk als de perfecte gaartijd, is de vulling. Je kan kalkoen op de traditionele manier vullen, met noten, (kippen)gehakt, champignons, broodkruim en (gedroogd) fruit. Maar je kan ook origineel uit de hoek komen en er spekreepjes, fetakaas en olijven aan toevoegen.

 

Smakelijk!