Sint-jakobsvruchten met graantjes en knolselderjus
Bereidingswijze
1. Kook de granen gaar in gezouten water met tijm en laurier en voeg op het einde de 4 el blokjes knolselder toe.
2. Snijd het witloof in fijne brunoise, meng met zure room, mayonaise en mierikswortelpasta en kruid af met peper en zout.
3. Stoof 2 el knolselder aan met een sjalotje en voeg er de Lacroix gevogeltefond aan toe. Laat alles zachtjes 20 min inkoken, mix en werk de jus op met koude boter.
4. Kruid de sint-jakobsvruchten met peper en zout en bak ze zeer kort aan beide kanten.
5. Dresseer in een diep bord: in het midden de granen met daarrond de gebakken sint-jakobsvruchten en witloofsalade. Werk af met de jus en kleine blaadjes notensla.
2. Snijd het witloof in fijne brunoise, meng met zure room, mayonaise en mierikswortelpasta en kruid af met peper en zout.
3. Stoof 2 el knolselder aan met een sjalotje en voeg er de Lacroix gevogeltefond aan toe. Laat alles zachtjes 20 min inkoken, mix en werk de jus op met koude boter.
4. Kruid de sint-jakobsvruchten met peper en zout en bak ze zeer kort aan beide kanten.
5. Dresseer in een diep bord: in het midden de granen met daarrond de gebakken sint-jakobsvruchten en witloofsalade. Werk af met de jus en kleine blaadjes notensla.
